’Burgertop’ over de woningnood in Zaanstreek-Waterland: ’Luisteren naar de stemmen die anders niet gehoord worden’

De woningnood is groot en wordt met de dag groter. Zeker in deze regio. Hoe kun je het tij keren? Ambtenaren, politici en andere beleidsmakers krabben zich op het achterhoofd. Zij weten het soms ook niet meer en roepen de hulp in van de burgers, die maar wat graag mee willen denken. Dat doen ze zaterdag tijdens de eerste bijeenkomst van het Burgerberaad Wonen Zaanstreek-Waterland in de sporthal in Wormer. Vier deelnemers vertellen waarom ze daaraan meedoen.
Een ’burgertop’ wordt de bijeenkomst genoemd waarmee het Burgerberaad Wonen in deze regio zaterdag van start gaat. In de sporthal in Wormer komen 500 mensen bij elkaar om te filosoferen en discussiëren over de centrale vraag: Hoe ziet wonen in Zaanstreek-Waterland er in de toekomst uit? Hoeveel woningen zijn er nodig, de komende decennia en wat voor soort woningen, waar moeten ze komen en waar vooral niet? Onder de vijfhonderd deelnemers zijn ambtenaren, politici en vertegenwoordigers van onder meer woningcorporaties, huurdersverenigingen, bouwbedrijven, projectontwikkelaars en architectenbureaus. Maar de grootste groep wordt gevormd door gewone burgers: 14.000 willekeurige inwoners van de regio van zestien jaar en ouder kregen in februari een uitnodiging om mee te doen. Daarvan hebben zich 372 aangemeld.

Positief
Het initiatief voor het Burgerberaad Wonen ontstond een jaar geleden nadat elders in het land, maar ook in het buitenland, positieve ervaringen waren opgedaan met een dergelijke vorm van burgerparticipatie. Daarbij ging het voornamelijk over andere onderwerpen. Toch besloten woningcorporaties en de zeven gemeenten in Zaanstreek-Waterland dat de woonproblematiek een prima thema was te luisteren naar ’de stemmen die anders niet gehoord worden’, zoals het wordt genoemd.

Sociale woningen in aanbouw in Purmerend.
© Archieffoto Cees Hartman

Van de zeven gemeenten die aanvankelijk mee wilden doen, zijn in de loop van vorig jaar weer vier afgehaakt. Onder meer omdat ze zich niet willen conformeren aan eventuele uitkomsten van het beraad waar zij het niet mee eens zijn. Alleen Zaanstad, Purmerend en Wormerland doen nog mee. Dat betekent niet dat de burgerdeelnemers alleen maar inwoners van die gemeenten zijn. Zij komen uit alle zeven regiogemeenten.

Akkoord
Na de eerste ’burgertop’ van zaterdag volgt een ’burgerforum’, waarbij deelnemers de komende maanden in kleinere groepjes een aantal keren bij elkaar komen om ideeën en suggesties uit te werken tot concrete voorstellen. Dat moet tijdens een bijeenkomst op 1 juli leiden tot een ’burgerakkoord’. Alle deelnemers van de ’burgertop’ komen dan nogmaals bij elkaar om te stemmen over de voorstellen. Alle voorstellen met meer dan vijftig procent van de stemmen komen in het ’burgerakkoord’.

Het akkoord wordt aangeboden aan de in totaal 27 deelnemende organisaties (dus de gemeenten, corporaties, huurdersverenigingen en andere betrokken partijen) met het verzoek het ook daadwerkelijk uit te voeren. Al die organisaties hebben met elkaar afgesproken dat ze de uitkomsten serieus nemen door de voorstellen ook daadwerkelijk uit te voeren en/of te verwerken in beleid. Als de organisaties dat niet kunnen of niet willen, moeten ze daarover publiekelijk verantwoording afleggen.

G1000
Bij het Burgerberaad Wonen Zaanstreek-Waterland werken de deelnemende gemeenten in deze regio samen met de Stichting G1000.nu. Dat is een landelijke, onafhankelijke organisatie die op verzoek burgerberaden organiseert. De G staat voor ’group’ (net als in bijvoorbeeld G7 als de groep van zeven belangrijkste industriële landen) en 1000 staat voor het maximum aantal deelnemers in een groep. De stichting ziet erop toe dat het overleg zorgvuldig plaatsvindt, op een manier die recht doet aan alle deelnemers en daadwerkelijk tot invloed van burgerdeelnemers leidt. Kijk voor meer info daarover op http://www.g1000.nu. Meer info over het regionale Burgerberaad is te vinden op g1000zaanstreekwaterland.nl.

’Als we vijftien jaar verder zijn, kan mijn zoon dan ergens wonen? Zo ja, waar dan en is dat betaalbaar?’
Naam: Erik Hazeleger

Leeftijd: 43

Woonplaats: Zaandam

Woonsituatie: sociale huurwoning

„Ik zit zelf niet in de situatie dat ik dringend een huis nodig heb dat niet beschikbaar is en ook uit mijn directe omgeving ken ik dat soort verhalen niet. Maar ik zie en lees wel de verhalen over mensen die daar wel tegenaan lopen en die zijn soms schrijnend. Bijvoorbeeld over een relatie die is stuk gelopen en dat mensen dan noodgedwongen weer terug moeten naar hun ouders, omdat er geen huis beschikbaar is.”

„Ik voel me daar bij betrokken en denk na over manieren om het probleem het hoofd te bieden. Misschien ook omdat ik een zoontje heb, Nev. Hij is nu vier jaar en ik stel mezelf de vraag: als we veertien of vijftien jaar verder zijn, kan hij dan ergens wonen? Zo ja, waar dan en is die woning dan ook nog een beetje betaalbaar?”

Erik Hazeleger en zijn zoontje Nev.
© Eigen foto

„De situatie is de afgelopen jaren in mijn ogen alleen maar erger en vervelender geworden. Het wordt tijd dat er echt iets aan gedaan wordt. Ik ga niet roepen dat ik de oplossing heb, maar ik denk dat het heel goed is om mensen met verschillende achtergronden samen te brengen om daarover te brainstormen en tot nieuwe inzichten te komen. Daarom ben ik heel enthousiast over de manier waarop dat nu vorm krijgt en heb ik me aangemeld. Juist ook, omdat de meeste deelnemers gewone burgers zijn zoals jij en ik en niet alleen maar ambtenaren, politici en directeuren van woningcorporaties. Zij praten natuurlijk veel met elkaar op een bepaald niveau over dit onderwerp, wat ook heel belangrijk is hoor, maar ze weten misschien niet altijd wat er bij de mensen leeft en speelt. En wat zeggen de mensen op straat tegen elkaar of in de kroeg.”

„Ik heb zelf geen heel uitgesproken ideeën over waar wel of niet gebouwd kan of mag worden. Maar er zijn best wel mogelijkheden. Via de media verneem ik dat we in Zaanstad nog steeds het Hembrugterrein hebben, waar iets mogelijk zou zijn. En dat de gemeente nadenkt over de Achtersluispolder. Maar je moet volgens mij toch ook wel kijken naar mogelijkheden buiten de stad: je kunt binnen stadsgrenzen misschien wel twee keer zo veel woningen bouwen, maar dan zul je toch ook iets moeten doen aan de infrastructuur en allerlei andere voorzieningen. Daar zitten ook beperkingen aan.”

„Dan moet je je misschien afvragen of het nou zo heel erg zou zijn om vijf of tien procent van Het Twiske af te halen. Sommige mensen maak je daar heel erg boos mee en anderen zeggen misschien: maak van het hele Twiske maar een stad. Dat laatste lijkt mij geen goed idee. Ik zou nooit zeggen: offer maar een heel park of bos op voor woningbouw. Maar misschien wel een stukje. Groen is mooi en leuk, maar de vraag in deze discussie is altijd wel: wat heb je aan groen als je geen plek hebt om te wonen en te slapen en je kindje ’s avonds naar bed te brengen?”

’De huisvesting, het moet toch mogelijk zijn om dat op een andere en betere manier te organiseren?’
Naam: Rob Buijs

Leeftijd: 85

Woonplaats: Landsmeer

Woonsituatie: koopwoning

„Ik heb een paar kleinkinderen, die enorm aan het zoeken zijn naar een woning. Ze studeren nog, wonen op een kamer en het bedrag dat ze daarvoor moeten betalen, vind ik schrikbarend. Ruim 800 euro per maand en dat is alleen nog maar de kale huur. Er komt straks een moment dat ze hun studie hebben afgerond en op zoek gaan naar een woning voor zichzelf, maar daarbij stuiten ze op allerlei problemen. Het is ontzettend moeilijk om daarvoor in aanmerking te komen en om iets te vinden dat ook nog betaalbaar is.”

Rob Buijs.
© Foto Wim Egas

„Dat heeft me aan het denken gezet over de woningmarkt en ik dacht: die hele huisvesting, het moet toch mogelijk zijn om dat op een andere en betere manier te organiseren? Daar wil ik graag over meedenken en meepraten en me inzetten voor een democratische manier van woningvoorziening. Daar is dit Burgerberaad een prachtige gelegenheid voor.”

„Het grote probleem is natuurlijk dat er veel te weinig huizen beschikbaar zijn en dan vooral huizen die jongelui ook kunnen betalen. Er zullen hoe dan ook de komende tijd flink wat woningen bij moeten komen en de vraag is dan: waar? In het landschap of aan de randen van de stad, of moet je inbreien in de steden zelf? Het laatste heeft mijn voorkeur, vooral op plekken waar nu nog kantoorpanden en fabrieken staan die niet meer gebruikt worden. Het landschap moet zo veel mogelijk gespaard worden, tenminste, zo lang als het kan.”

„Uiteindelijk moet alles overwogen worden en het is goed om daarover van gedachten te wisselen met andere burgers, die niet zomaar vanaf de zijlijn allerlei dingen roepen, maar hier serieus over na willen denken. Anders hadden ze zich niet aangemeld voor dit Burgerberaad. Ik heb daar hoge verwachtingen van, ook ten aanzien van het resultaat en de concrete voorstellen die er uit voortkomen. Ik verwacht dat die echt serieus genomen worden en niet in een bureaula verdwijnen zonder dat er iets mee gedaan wordt. Ik heb begrepen dat er in het buitenland ook goede ervaringen zijn met deze vorm van participatie van burgers, met name in de Scandinavische landen. Dat stemt mij hoopvol.”

’Als politici zelf iets hadden kunnen bedenken om het probleem op te lossen, dan was er geen woningnood meer geweest’
Naam: Roos Boer

Leeftijd: 17

Woonplaats: Edam

Woonsituatie: thuis bij ouders

„Binnenkort begin ik aan een HBO-studie in Utrecht. Daar kan ik geen woonruimte vinden. Dat vind ik voor mezelf nog niet zo erg, want ik kan in principe gewoon thuis blijven wonen, maar ik ken genoeg andere jongeren voor wie dat een stuk lastiger is en dat maakt wonen en de woningnood voor mij een belangrijk onderwerp om met andere mensen over te praten. Daarnaast is het ook gewoon leuk: ik ben al een tijd bezig met politieke standpunten en thuis discussiëren we ook best vaak over allerlei thema’s. In die gesprekken komt ook bijna altijd de woningnood voorbij.”

Roos Boer.
© Eigen foto

„Die nood is groot, merk ik aan vrienden en vriendinnen, die aan het zoeken zijn. Woningen die geschikt zijn en waarvan ze ook de huur of de hypotheek kunnen betalen, zijn er simpelweg niet. Dat is in elk geval een belangrijke doelgroep om extra woningen voor te bouwen. Volgens mij zijn daar ook wel mogelijkheden voor, bijvoorbeeld in voormalige bedrijfspanden. Maar het is op dit moment helemaal niet zo makkelijk om die om te vormen tot woningen. Een buurman van me heeft een bedrijf waar hij graag een woning van wil maken om jongeren of studenten te huisvesten. Het proces om dat te realiseren en er toestemming voor te krijgen duurt heel lang en is heel kostbaar. Dat zou een stuk makkelijker moeten worden, zodat het sneller en vaker gebeurt.”

„Er is natuurlijk meer nodig om de woningnood op te lossen. Je zult ook moeten bouwen op plekken die nu nog niet bebouwd zijn. Rondom Purmerend zijn enorm veel weilanden en daar zou best iets van opgeofferd mogen worden voor woningbouw. Ik hou ook heel erg van natuur en ik zeg ook zeker niet dat je weilanden maar helemaal vol moet bouwen met nieuwe woonwijken, maar een stukje ervan mag best als dat ervoor kan zorgen dat mensen aan een goede, betaalbare woning kan helpen. Heel veel andere mogelijkheden voor de korte termijn zijn er volgens mij niet. Binnen steden is niet zo heel veel ruimte meer en zelfs met hoogbouw is dat denk ik niet voldoende.”

„Als we wat groen opofferen voor woningbouw, kunnen we misschien op andere plekken iets extra’s voor de natuur doen, meer bomen planten bijvoorbeeld, zodat alles toch in balans blijft. En voor de verdere toekomst zouden we na kunnen denken over extra land winnen in het IJsselmeer om daar woningen op te bouwen, zoals we ook met Flevoland hebben gedaan. Misschien zijn dat soort oplossingen nodig omdat we nu eenmaal met heel veel mensen zijn in een heel klein landje.”

„Het is heel goed om over dat soort dingen met een grote groep mensen te praten, die waarschijnlijk allemaal anders tegen dingen aankijken, maar waaruit dan wel weer nieuwe ideeën voortkomen. Ik verwacht ook dat de politici in de gemeentes daar straks ook echt wel iets mee gaan doen: ze roepen niet voor niets de hulp in van de burgers en als ze zelf iets hadden kunnen bedenken om het probleem op te lossen, dan was er geen woningnood meer geweest.”

’Het sociale aspect is voor mij heel belangrijk, maar ook duurzaamheid’
Naam: Daniëlle Sonder

Leeftijd: 37

Woonplaats: Oostzaan

Woonsituatie: koopwoning

„Ik was heel blij toen de brief in de bus viel met de uitnodiging voor het Burgerberaad. Het leek me meteen interessant om als burger mee te kunnen denken en praten over een belangrijk thema. Dat is wonen natuurlijk, maar als het een ander thema was geweest, had ik me waarschijnlijk ook aangemeld: de opzet om met zo veel andere mensen met andere meningen na te denken over dit soort zaken, spreekt me aan. Voor zover ik weet is het de eerste keer dat het op deze manier wordt aangepakt. En op basis van hoe het allemaal is opgezet en alle energie en tijd die erin wordt gestoken, heb ik er ook wel vertrouwen in dat er straks echt iets gedaan wordt met de uitkomsten.”

„Wonen is een heel groot en veelomvattend thema, dat ontzettend veel mensen bezig houdt. Dat merk ik in mijn eigen omgeving: het is voor veel mensen heel lastig om een huis te bemachtigen, of het nou gaat om een huurhuis voor een gezin of een woning voor een alleenstaande, die ontzettend veel geld kwijt is aan een relatief kleine woning. Ik ben zelf bijna vier jaar geleden vanuit Amsterdam naar Oostzaan verhuisd. Ik wilde eigenlijk wel in Amsterdam blijven wonen, maar het was al snel duidelijk dat dat niet ging lukken. Mensen stonden voor een woning in de rij en waren tegen elkaar aan het opbieden. Ik heb ook best lang gezocht naar een andere woning.”

„In het Burgerberaad is voor mij het sociale aspect heel belangrijk. Dus betaalbare woningen voor kleine huishoudens en sociale huurwoningen. Die mogen wat mij betreft massaal gebouwd worden. Daarnaast is duurzaamheid voor mij een belangrijk onderwerp: een woningcorporatie heeft onlangs in de Zaanstreek in een wijk alle woningen volledig geïsoleerd: nieuwe daken met zonnepanelen en volgens mij zelfs nieuwe voorgevels. Dat is echt top en het mag van mij overal gebeuren.”

„Wat ik ook hoor in mijn omgeving, zowel van jongeren, maar ook wel van senioren, is dat ze gezamenlijk wonen heel aantrekkelijk vinden. Dan kun je denken aan een soort hofje met een gezamenlijke tuin en een gezamenlijke schuur waarin gereedschap staat dat de bewoners met elkaar delen. Dat zie ik ook als iets goeds voor de toekomst.”

„Over waar je wel of vooral juist niet zou moeten bouwen, heb ik geen uitgesproken ideeën. Het is natuurlijk altijd heel erg zonde om groen op te offeren, maar als we extra woningen willen, moeten ze wel érgens komen. Misschien zijn er wel boeren die willen stoppen met hun bedrijf en die een deel van hun land willen verkopen aan een gemeente zodat er wat gebouwd kan worden. Maar ik heb niet goed in kaart hoe dat in deze regio zit.”

Bron: NHD

Zie voor resultaten Berichtgeving G1000

Deel deze post:

Facebook
Twitter
LinkedIn