Het succes hangt af van de betrokkenheid van beleidsmakers en de samenleving.
Lisa Van Dijk schreef in haar opinieartikel in het ND van 10 augustus dat we geen wonderen moeten verwachten van burgerberaden, maar dat ze wel onze democratie en het beleid kunnen versterken. Nu er een burgerberaad over ons klimaatbeleid op de politieke agenda staat, is het belangrijk ons af te vragen hoe dat kan slagen. Klimaatbeleid staat of valt met de steun van de bredere samenleving.
doordacht
Burgerberaden zijn een vorm van burgerparticipatie. Een kleine groep burgers, meestal 100 tot 150, wordt ingeloot en komt door middel van discussie, ook wel ‘deliberatie’ genoemd, met een reeks beleidsaanbevelingen. Uit meerdere studies blijkt dat deze burgerberaden, mits goed georganiseerd, in staat zijn om coherente en doordachte aanbevelingen te doen. Er zijn ondertussen veel voorbeelden van nationale klimaat-burgerberaden en ook in Nederland vinden op lokaal en regionaal niveau klimaat-burgerberaden plaats.
Echter, de aanbevelingen van de burgerraden zijn in de regel niet bindend. De aanbevelingen worden niet per se uitgevoerd. De uitvoering hangt volledig af van beleidsmakers. Vaak leggen zij de aanbevelingen grotendeels naast zich neer, zoals bijvoorbeeld gebeurde in Frankrijk. Om een impact te hebben op het klimaatbeleid moet het burgerberaad dus serieus worden genomen door beleidsmakers. Als beleidsmakers het min of meer eens zijn met de aanbevelingen, zullen ze deze natuurlijk makkelijker overnemen. Maar nog belangrijker is dat beleidsmakers overtuigd zijn van de meerwaarde van een burgerberaad voor het klimaatbeleid.
Burgers zien loting niet per se als rechtvaardiger dan zelfselectie.
Hoe doe je dat? Door beleidsmakers bij het klimaat-burgerberaad te betrekken (dus niet: op afstand houden). Dat kan in verschillende vormen: van observeren aan de zijlijn, tot het institutionaliseren van het burgerberaad, zoals bijvoorbeeld het geval is voor het Ierse en Oost-Belgische burgerberaad. Daarnaast is cruciaal dat de uitkomst van het burgerberaad wordt gesteund door de bredere samenleving.
Loting wordt vaak voorgesteld als de ideale manier om burgers te selecteren, aangezien ieder een gelijke kans heeft om ingeloot te worden. In de praktijk zien we echter dat burgers met meer tijd en politieke interesse vaker deelnemen. Burgers zien loting ook niet per se als rechtvaardiger dan zelfselectie. Burgers willen gewoon weten dat ze zelf hadden kunnen meedoen, als ze dat hadden gewild. De kwaliteit van de aanbevelingen (en de beraadslaging) is niet zo belangrijk voor de bredere samenleving. Zolang burgers de mogelijkheid hebben zelf de beslissing te beïnvloeden, leidt dit tot een meer aanvaard klimaatbeleid. Hoe doe je dat? Het klimaat-burgerberaad kan worden gecombineerd met bijvoorbeeld een inspraakforum of een (p)referendum waardoor alle burgers de kans hebben om mee te beslissen.
vernieuwend
Een burgerberaad kan dus met samenhangende en soms zelfs vernieuwende aanbevelingen komen voor het klimaatbeleid. Voor de succesvolle invoering van die aanbevelingen moet je beleidsmakers en de bredere samenleving erbij betrekken. Beraadslaging met een kleine groep burgers is goed voor het formuleren van een geïnformeerd klimaatbeleid, participatie (van beleidsmakers en de bredere samenleving) is belangrijk voor het invoeren en opvolgen van dat beleid.
Bron: Nederlandsdagblad. d.d. 19-8-22