Nergens zijn de problemen in de zorg groter dan in Zeeland, waar ontwrichting dreigt door personeelstekorten en vergrijzing. Lokale zorgorganisaties vragen burgers nu om mee te praten over oplossingen.
‘We moeten werken in de zorg een positief beeld geven. En misschien kunnen we met woningen mensen aantrekken.’
‘Eens, maar we hebben ook een woontekort. Jonge zorgmedewerkers komen niet aan een huis.’
Zomaar een gesprek aan één van de zeventig tafels in een rumoerige sporthal in het Zeeuwse Heinkenszand, waar de leden van bowlingclub De Zwake normaal gesproken hun ballen rollen en die van badmintonvereniging BC De Stenge hun shuttles slaan. Zaterdag kwamen er 300 inwoners van de provincie bij elkaar om een taai onderwerp te bespreken: de Zeeuwse zorg.
Minder zorgpersoneel, meer ouderen: nergens zijn de problemen in de Nederlandse zorg zo groot als in Zeeland. De kustprovincie vergrijst een stuk sneller dan de rest van Nederland, doordat jongeren voor studie of werk wegtrekken naar andere provincies.
Kwart huisartsen in 2030 met pensioen
Het Burgerberaad Zorg Zeeland probeert de inwoners van Zeeland te betrekken bij de besluitvorming. In een serie van vijf bijeenkomsten, waarvan de eerste deze zaterdag, bespreekt een representatieve groep inwoners wat zij belangrijk vinden in de zorg: moeten er bijvoorbeeld meer huisartsen bijkomen, of kan hun werk efficiënter?
Het Zeeuws zorgpersoneel is relatief oud: een kwart van de huisartsen is tegen 2030 gepensioneerd, en veel oudere mantelzorgers zullen ook verdwijnen. De aanwas van nieuw zorgpersoneel kan niet tegen die ontwikkelingen op.
Dat vertaalt zich in lange wachtlijsten, uitgestelde operaties en huisartspraktijken die hun deuren sluiten. ‘Vrienden van mij wachten al maandenlang op een afspraak bij de GGZ’, vertelt Daisy Visser, een 16-jarige havoleerling uit Vlissingen. Ze vertegenwoordigt vandaag de mensen uit haar omgeving, jong en oud, die worstelen met de Zeeuwse zorg.
Niet alle deelnemers voelen de problemen zelf. ‘Ik vind de zorg juist snel gaan’, vertelt administratief medewerker Ellen Soerel, die onlangs naar Middelburg verhuisde en direct bij een nieuwe huisarts terecht kon. ‘Maar ik kan me voorstellen dat dat in de toekomst lastiger gaat.’
Zorgconsumptie moet omlaag
‘Als inwoners zoveel zorg consumeren als nu, wordt het lastig om de zorg toegankelijk te houden’, beschrijft Peter Bennemeer. Hij is voorzitter van de Zeeuwse Zorg Coalitie (ZZC), een samenwerkingsverband van zorgaanbieders, zorgverzekeraar CZ, Zeeuwse gemeenten en het provinciebestuur.
Om de kwaliteit van de zorg te behouden, pleit Bennemeer voor het ‘slimmer organiseren’ van de zorg. Dat houdt onder meer in: personeel binnen de zorg verschuiven naar sectoren met de grootste arbeidstekorten, alleen behandelingen uitvoeren die bewezen effectief zijn en meer inzetten op preventie.
Bovenal moeten burgers zich bewust worden van de tekorten in de zorg, vindt Bennemeer. ‘De afgelopen decennia werd zorg een eindeloos beschikbaar consumentengoed. Daarom moeten we de situatie bespreekbaar maken.’ Het is precies de conclusie waarmee elk rapport over de toekomst van de zorg tegenwoordig eindigt: harde keuzes zijn onvermijdelijk, organiseer daarover een maatschappelijk debat, laat burgers meebeslissen.
Grote behoefte aan meepraten
De behoefte aan meepraten is groot, merken Inge Tra en Pascalle de Looff, organisatoren van het burgerberaad: voor de 300 plekken kwamen 770 aanmeldingen binnen, met name van vijftigplussers. ‘Soms ervaren ze het probleem al en willen ze meedenken over een oplossing’, denkt Tra.
Ook Bennemeer is positief: ‘Inwoners weten weinig van het probleem af, maar zijn realistisch als je het goed kunt uitleggen.’

Uitkomst van de burgerbijeenkomsten is een Inwonerakkoord, een voorstel aan de Zeeuwse Zorg Coalitie over de inrichting van de zorg. Het akkoord is niet bindend, maar bestuurders moeten verantwoording afleggen als ze een deel van het voorstel niet kunnen uitvoeren.
Hoe dat akkoord eruitziet, houden de organisatoren van het burgerberaad nog helemaal open. Ook de thema’s die zaterdag aan bod komen, laten ze aan de bezoekers over. ‘Zodra je je daarover uitspreekt, ga je al sturing geven,’ aldus De Looff.
Inwoners willen vooral méér
Wanneer de organisatie een microfoon door de zaal laat rondgaan, blijkt dat deelnemers vooral méér willen. Meer tijd voor de arts om een praatje te maken, meer aandacht voor jongeren, meer vrijheid om te kiezen voor een duurder medicijn dat je desnoods zelf betaalt.
Wat er juist minder kan? Allereerst: medische bureaucratie. ‘Als artsen een patiënt van het ziekenhuis naar het verpleeghuis willen verplaatsen, komt daar veel papierwerk bij kijken. In coronatijd mochten we dat achteraf doen, dat zou heel wat schelen’, aldus Jacqueline van den Hil, VVD-kamerlid uit Goes en voormalig zorgmedewerker.
Een andere deelnemer vertelt over zijn demente vader van 90 die het ziekenhuis niet mocht verlaten: ‘Hij moest zijn handtekening zetten, maar dat kon hij natuurlijk niet.’
Daarnaast is er ‘een taboe dat we moeten doorbreken’, zegt een oudere vrouw aan de microfoon: zorg bij het levenseinde. ‘We moeten soms kiezen om geen zorg te nemen als de kwaliteit van leven niet vooruit gaat. Als ik het niet wil, moeten ze geen tijd meer aan mij besteden.’
Bron: Volkskrant Oscar van Putten