Kunnen ‘gewone’ burgers over complexe problemen zoals woningnood of energietransitie een hecht doortimmerd advies uitbrengen aan een gemeenteraad? Tijdens het burgerberaad blijft de politiek op afstand maar zal aan het eind wel iets moeten met een doortimmerd advies. Wegkijken is geen optie. Tijd voor een nieuwe bestuurscultuur? De lokale democratie kan er flink van opknappen.
Ongeveer de helft van de Nederlanders geeft de politiek een onvoldoende. Zij zetten vraagtekens bij de wil én het vermogen van de politiek om grote problemen van dit moment aan te pakken. Dit blijkt uit recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Volgens het SCP is het belangrijk dat burgers niet afhaken. Daarom moet de overheid eerst en vooral laten zien dat ze serieus luistert. Welnu, er is een beproefd instrument dat dit mogelijk maakt: burgerberaden. Als het aan de Energiefabriek013 ligt, kan Tilburg met deze ‘burgervriendelijke’ vorm van participatie kennismaken. Denkbaar is dat op korte termijn aan de gemeenteraad van Tilburg om een mandaat wordt gevraagd om een burgerberaad over duurzame energie te organiseren.
Wat houdt een burgerberaad eigenlijk in? Is tussen een burgerberaad en de gemeenteraad een vruchtbare vorm van samenwerking mogelijk? En kunnen ‘gewone’ burgers (leken) over een complex probleem een hecht doortimmerd advies uitbrengen?
Miniportret
Volgens Eva Rovers, schrijfster van het alom geprezen pamflet Nu is het aan ons; oproep tot echte democratie, zijn er inmiddels wereldwijd meer dan vijfhonderd burgerberaden georganiseerd. Zo’n burgerberaad bestaat uit circa 150 gelote burgers die een goede afspiegeling van de bevolking vormen. Deze ‘gewone’ burgers – niet te verwarren met de hoogopgeleide mannen van boven de 50 die bij inspraakavonden komen opdraven – buigen zich over een complex vraagstuk, zoals woningnood of opvang en integratie van asielzoekers. Er is eerder sprake van meningsvorming dan van meningsuiting; de burgers worden in de gelegenheid gesteld zich gaandeweg een mening te vormen. Het beraad mondt uit in een aantal concrete aanbevelingen voor beleid, waar politici ook echt wat mee moeten doen.
Energiefabriek013 wil burgerberaad inzetten
Energiefabriek013 is een Tilburgse energiecoöperatie.
Tilburgse burgers en ondernemers werken samen aan duurzame energie. De coöperatie wil de stad groener en duurzamer maken. Ook adviseert de energiefabriek in het energiegebruik thuis. En bij de levering van duurzame energie werkt de coöperatie samen met Greenchoice. Energiefabriek013 telt circa 200 leden. Het werkgebied omvat de stad Tilburg. De coöperatie neemt ook deel aan Burgerwindpark De Spinder, gelegen in Tilburg-Noord. Het park is opgericht door elf coöperaties in de regio Hart van Brabant. Sinds het voorjaar van 2020 leveren de vier windmolens net zoveel duurzame elektriciteit als 7.500 huishoudens verbruiken. Energiefabriek013 wil met een burgerberaad een bijdrage leveren aan de energietransitie en daarmee de zeggenschap van Tilburgers bij deze transitie te vergroten. Eind 2022 is de voorbereiding ter hand genomen. Samen met G1000.nu – een organisatie die burgerberaden organiseert en faciliteert (sinds 2013 staan er dertig beraden op de teller) – is aandacht besteed aan de achtergrond van het fenomeen burgerberaad. Er wordt nu gewerkt aan een gedegen marsroute richting de politiek.
Een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) sluit hier naadloos op aan. Het belang van loting, om representativiteit te bewerkstelligen, staat voorop. Ook wordt benadrukt dat er voldoende tijd moet zijn voor gesprekken tussen de deelnemers.

Een burgerberaad is een vorm van overlegdemocratie. Het gaat niet om debat, maar dialoog. Er wordt gezocht naar overeenkomsten en oplossingen. En dat vergt tijd. De OESO noemt als absoluut minimum vier volle dagen, maar voor een onderwerp op het gebied van klimaat zijn al snel vijf of zes weekenden nodig. En last but not least stelt ook de OESO zich op het standpunt dat de uitkomsten van het burgerberaad opgenomen moeten worden in de politieke besluitvorming. De overheid moet hiermee aan de slag. Wegkijken is geen optie.
In mijn optiek moet een goed burgerberaad aan nog een criterium voldoen: machtsvrije dialoog. Deelnemers doen mee namens zichzelf, niet namens een organisatie zoals bijvoorbeeld een politieke partij of belangenorganisatie. Pluspunt: ze hoeven geen rekening te houden met wat er speelt in de achterban. Alles draait om het gemeenschappelijk belang, ook op lange termijn. Persoonlijke participatie sluit evenwel niet uit dat er een beroep wordt gedaan op inhoudelijke deskundigen. Zij treden in de eerste plaats op als vraagbaak. Ook kunnen zij de rol van ‘advocaat van de duivel’ spelen. Een belangrijke ‘spelregel’ voor de deskundigen is evenwel dat zij niet moeten proberen om al te sturend op te treden.
Samenspel en tegenspel
Voor een kansrijk burgerberaad is de rol van de politiek van vitaal belang. In de Tilburgse situatie: wanneer de initiatiefgroep aanklopt bij de gemeenteraad, dienen er kraakheldere afspraken te worden gemaakt over de betrokkenheid van de raad vóór, tijdens en na het burgerberaad. In het kort: vooraf dienen er sluitende afspraken gemaakt te worden over de wijze waarop de aanbevelingen voor beleid in de politieke arena behandeld zullen worden. In het voetspoor van Eva Rovers: Een aanbeveling moet steun hebben van minimaal 75 procent van de deelnemers aan het burgerberaad en binnen bepaalde financiële of juridische kaders passen.
Ook kan afgesproken worden dat het geheel van aanbevelingen als een ‘gekwalificeerd advies’ wordt ingebracht in de politieke besluitvorming. Van afwijkingen kan sprake zijn, maar alleen dan met goed onderbouwde argumenten. We leven tenslotte in een representatieve democratie en is het uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de bestuurders om de keuzes te maken.
Tijdens het burgerberaad blijft de politiek op afstand, toont aldus respect voor de inbreng van de deelnemers. Storende invloeden op het proces van meningsvorming van de burgers moeten voorkomen worden. Zij moeten zich een mening kunnen vormen op basis van ervaringskennis, zelf verworven informatie en kennis van de overige burgers. En na afloop is er ruimte voor een monitorgroep. Een aantal deelnemers acteert als een waakhond: is de beleidsuitvoering in lijn met de aanbevelingen van het burgerberaad? Houdt de raad, ook in een gewijzigde samenstelling, zich aan de afspraken?
Het vermogen van burgers
Deelnemers aan het burgerberaad stappen ‘blanco’ in het proces van meningsvorming. Ze beginnen hieraan zonder dat zij volledig zijn ingewerkt in de problematiek. Ook gaan zij onafhankelijk van politiek-bestuurlijke randvoorwaarden aan de slag. Dit roept de vraag op of ‘gewone’ burgers in staat zijn om over een ingewikkeld probleem een gedegen advies uit te brengen. Dit is zelfs voor deskundigen, in de zin van vakspecialisten, al lastig. Het pamflet van Eva Rovers laat zien dat ‘gewone’ burgers complexe vraagstukken kunnen behappen. Belangrijke voorwaarde is wel dat politici die burgers vertrouwen en dat ze daadwerkelijk de output van het burgerberaad willen benutten.
Werving van ‘gewone’ burgers is dan ook geen mission impossible. Belangrijk is wel dat het burgerberaad via loting plaatsvindt. Relevante selectiecriteria zijn geslacht, opleidingsniveau, etniciteit en leeftijd. Ook een eerlijke verdeling van mensen over stadsdelen en postcodes mag niet vergeten worden. Wat de leeftijd betreft wil ik, tegen de stroom in, pleiten voor een ondergrens van 16 jaar en niet 18 jaar. Ik huldig het standpunt dat politiek over de toekomst gaat en dat de stem van jongeren gehoord moet worden.
Deelnemers aan burgerberaad doen mee namens zichzelf, niet namens een politieke partij of belangenorganisatie
Her en der is er twijfel hoorbaar over de belastbaarheid en betrokkenheid van deelnemers aan een burgerberaad. Mag je een langdurige inspanning verwachten? Haken ze niet voortijdig af? Op dit punt wil ik mijn ervaring als wetenschapper met een experiment in Den Bosch introduceren. Naam: het Bossche burgerpanel. Dit panel is te zien als een burgerberaad avant la lettre. Deze gemeente wilde op interactieve wijze een stadsvisie ontwikkelen. Toen bleek dat de ‘gewone’ burger zich niet aangesproken voelde, is een beroep gedaan op medewerkers van Tilburg University van de sectie Beleid – wetenschap.
Dertig ‘gewone’ burgers hebben als een ‘bypass’ een inbreng gehad in de visie op hun stad. Vijf bijeenkomsten in een tijdsbestek van vier maanden leidden tot een gemiddelde van één bijeenkomst per maand. De medewerkers van Tilburg University vonden een maandelijkse interval voldoende om de uitkomsten van de bijeenkomsten te verwerken en een nieuwe bijeenkomst voor te bereiden. Bovendien zou deze interval kort genoeg zijn om de deelnemers betrokken te houden. De bijeenkomsten vonden plaats op zaterdag tussen 9.00 uur en 14.00 uur, dit om zo min mogelijk beslag te leggen op eenieders weekend. Locatie: het stadhuis.
Grote betrokkenheid
De evaluatie van het burgerpanel in Den Bosch levert een aantal interessante gezichtspunten op voor een burgerberaad in Tilburg: de deelnemers waarderen het project met een 7.6 op de schaal van 10. Ze waren tevreden met het aantal bijeenkomsten en de totale periode van vier maanden. De tijdsbelasting voor de deelnemers vonden zij niet te hoog. De betrokkenheid was groot; men voelde zich persoonlijk verantwoordelijk voor de resultaten. Tenslotte kenden de deelnemers het burgerpanel een meerwaarde toe in vergelijking met andere vormen van overleg tussen burgers en overheid; deze blijven steken in bijeenkomsten met een hoog ‘roept-u-maar-gehalte’.
Gelet op het experiment in Den Bosch is er dus geen grond om vraagtekens te plaatsen bij het vermogen van deelnemers aan een burgerberaad. Dat is oké. Dan resteert de vraag of de Tilburgse raad zich wil laten inspireren door de denkbeelden van burgers. Is de raad daar klaar voor? Zet Tilburg een stap in de richting van een nieuwe bestuurscultuur? De lokale democratie zou er flink van opknappen.
Bron: Brabants Dagblad.