COLUMNMARTIN SOMMER
Het is goed gebruik om in het laatste stukje voor het zomerreces terug te kijken op je eigen werk. Waar kon de criticus zijn eigen toets niet doorstaan? Ik herlees met gemengde gevoelens mijn enthousiaste rubriek over het zogeheten burgerberaad. Tijdens de formatie lag een voorstel op tafel om burgers mee te laten denken over prangende kwesties. Het burgerberaad of -forum zou een proeve van democratische vernieuwing zijn en een correctie op het roestige Haagse bedrijf. Daar heb ik mij laten meeslepen, maar deze week diende de herkansing zich aan. Minister Rob Jetten (Klimaat) heeft het initiatief bekendgemaakt om een burgerberaad te starten, en wel over zijn eigen klimaatbeleid.
Dat Jetten daarmee komt, mag een succes heten voor Eva Rovers. Zij schreef een wervend pamflet over het burgerberaad. U kunt het vanwege de talkshows en de interviews nauwelijks hebben gemist, en ook ik heb er veel van opgestoken. Het pamflet heet Nu is het aan ons – Oproep tot echte democratie. Dat klinkt meteen behoorlijk populistisch en dat is het ook. Bij Rovers zijn er de politici, die alleen aan de korte termijn denken en zich laten besmoezen door lobbyisten. En er zijn de echte mensen, die zich wel bekommeren om de lange termijn, om hun kinderen en kleinkinderen.
In de Kamerbrief van minister Rob Jetten over het burgerberaad komt het woord referendum niet voor.Beeld ReutersDat gaan ze in de praktijk brengen in een burgerberaad. Een groep van zo’n 150, door loting aangewezen burgers gaat in vrije dialoog een ingewikkeld vraagstuk te lijf. Wat ook onmiddellijk opvalt, is dat Rovers de uitkomst al kent, want daar begint haar pamflet mee. We moeten het klimaatprobleem met grote haast oplossen omdat de enggeestige politiek het niet doet. Ze is eigenlijk helemaal niet geïnteresseerd in de burgerinvloed, het gaat om de knikkers, het resultaat. Datzelfde geldt voor Jetten, die bredere steun zoekt voor wat al vastligt in zijn coalitieakkoord, klimaatneutraal zijn in 2050. De tekortkoming van de politiek betekent met andere woorden dat Jetten voor zijn voornemens de handen onvoldoende op elkaar krijgt.
Op het eerste gezicht is zo’n burgerberaad best sympathiek. Dankzij de loting mogen de afgehaakten van Josse de Voogd ook meedoen. En waarom zouden burgers geen directe verantwoordelijkheid aankunnen, de juryrechtspraak is op hetzelfde beginsel gegrondvest. Net als de politiek draait het strafrecht om praktische morele kwesties. Wij hebben om diezelfde reden al lekenbestuur en mevrouw Van der Wal weet per slot ook niet veel van stikstof. Maar bij nader inzien bestaat er een beslissend verschil met het strafrecht. Daar begint een zaak met een lijk en een verdachte. Over het lijk bestaat geen discussie. Zonder lijk geen zaak, dat is al sinds de Middeleeuwen zo.
Eva Rovers schreef een behoorlijk populistisch pamflet.Beeld Ivo van der BentMaar waar is het lijk bij het burgerberaad? Er is geen onmiskenbaar gegeven dat het begin van de beraadslagingen markeert. Het onderwerp klimaat wordt aangedragen door minister Jetten, in samenspraak met de Kamer. Het burgerberaad mag daarna de strafmaat voor de samenleving vaststellen. Je kunt veilig voorspellen dat krachtiger ingrijpen noodzakelijk zal zijn. Niet omdat ik de experts wantrouw die zullen komen vertellen dat de toestand hopeloos is. Wel omdat er voor de burgerberaders op dat moment geen ander probleem voorhanden is. Het klimaat is het enige vraagstuk en dat vraagt om ingrijpen.
Zo denken activisten erover, zoals Extinction Rebellion, waarbij Eva Rovers zich heeft aangesloten. Ook de rechter heeft maar één vraag ter tafel, de voorliggende, bijvoorbeeld in de Urgenda-zaak waarin de staat werd veroordeeld om de CO2-uitstoot sneller terug te brengen. Burgerberaad en rechter zijn als de egel in de parabel van de egel en de vos. De egel kan één groot ding, zijn stekels opzetten. De vos moet vele dingen kunnen om zijn prooi te verschalken. De politiek is een vos en moet in allerlei vraagstukken voors en tegens, baten en kosten afwegen. Het argument dat de politiek op vele borden tegelijk moet schaken, is altijd opgevoerd door de tegenstanders van het referendum. Nu het over klimaatbeleid gaat, hoor je over moeilijke politieke afwegingen ineens een stuk minder.
Van Josse de Voogd mogen de afgehaakten ook meedoen.Beeld Ivo van der BentAlles hangt af van een goede onderzoeksvraag, schrijft ook Rovers in haar pamflet. Daar heeft ze gelijk in. Wat je erin stopt, komt er ook weer uit. Een burgerberaad over klimaatneutraliteit in 2050 levert iets heel anders op dan een beraad over de vraag hoeveel inwoners Nederland in datzelfde jaar zou moeten tellen. ‘Garbage in, garbage out’, heet dat tegenwoordig. Wie de agenda en de procedure beheerst, heeft de macht. De toekomst van Defensie zou bijvoorbeeld best een onderwerp kunnen zijn voor het burgerberaad. Een kwestie van leven en dood, en er is ook een verdrag waaraan wij ons niet houden. Maar ja, het ontbreekt aan een Johan Vollenbroek, Marjan Minnesma of Eva Rovers die zich inzet voor meer tanks of houwitsers.
In mijn vorige, met de wijsheid van nu onverantwoord enthousiaste stukje over het burgerberaad, liet ik me verleiden door de hoogleraar bestuurskunde Frank Hendriks. Hij deed mee aan de commissie-Brenninkmeijer die tijdens de formatie positief advies uitbracht over het burgerberaad. Voorwaarde voor succes was wel, vertelde Hendriks me, dat het resultaat van het beraad zou worden voorgelegd aan de samenleving. Dat zou moeten gebeuren door middel van een referendum. U begrijpt het al. In de Kamerbrief van minister Jetten over het burgerberaad komt het woord referendum niet voor. Sterker nog, precies deze laatste week maakte de Tweede Kamer korte metten met het voornemen om het bindend referendum in te voeren. Prettige vakantie.