Opinie: De cultuursector heeft een burgerberaad nodig
Door: Joost Heinsius en Henk Krijnen
‘Toegang tot Cultuur’, zo luidt de titel van het recente advies van de Raad voor Cultuur over een toekomstig cultuurbestel. Voor het eerst is niet de gebruikelijke rondgang gemaakt langs de bestuurders en hotemetoten. Enkele honderden personen uit de cultuursector hebben zich langdurig gebogen over wat er wel en niet goed gaat in het huidige systeem en hoe het beter kan. Dat is vooruitgang.
Kernvraag omzeild
Toch wordt in het advies de kernvraag omzeild: wie krijgt toegang tot welke cultuur? En hoe kunnen we dat het beste organiseren? Er wordt gekozen voor een vlucht naar voren door meer overheidsbudget te eisen. Hoewel de raad benadrukt dat er altijd een schaarste aan middelen is, vraagt hij minstens 200 miljoen erbij. Dit bedrag moet ten goede komen aan de achtergestelde regio’s en onderbedeelde nieuwere kunstvormen. De manier van denken is hetzelfde als bij het – in de sector momenteel in theorie omarmde, maar niet gerealiseerde – principe van FairPay. In plaats van zelf pal te staan voor betere arbeidsomstandigheden moeten anderen (lees: de overheid) de kosten hiervan ophoesten. Dat gebeurt nu weer: er moet (overheids)geld bij zodat alle partijen in de kunstwereld tevreden gehouden worden. Dat klink nogal als Rupsje Nooitgenoeg. Politiek realisme en het nemen van eigen verantwoordelijkheid ontbreken.
Bron: BNNVARA